Jongerenwerk is een belangrijk onderdeel van een sociale stad. Jongerenwerkers vervullen een belangrijke taak op verschillende punten: als aanspreekpunt voor jongeren, als ogen en oren in de wijk, als verbindende factor tussen jongeren, gemeente en instanties en als organisator. Ze zijn nadrukkelijk geen politieagenten, maar zoeken juist de verbinding op. Daarvoor zijn ze vaak op straat te vinden, maar hebben ze ook locaties nodig.

Enkele jaren geleden is het jongerenwerk wegbezuinigd door het college. Niet omdat het geen rol had in de stad, maar vanwege andere politieke keuzes. Omdat het gemis werd gevoeld, werd voorgesteld om preventiewerkers in te zetten. Samen met de ChristenUnie hebben we dat rechtgezet: preventiewerkers zijn puur bedoeld om overlast te voorkomen, jongerenwerkers kijken naar de kant van de jongere èn de kant van de handhaving en kunnen dieper doordringen in de gemeenschap. We hebben het jongerenwerk toen uitbesteed aan de partij die het beste aan het profiel voldeed, daar is ICP uitgekomen en zij vullen nu dan ook het jongerenwerk in. 

Het jongerenlokaal, waar onder andere de jongerenwerkers activiteiten uitvoerden, kwam niet terug. Er kwam een onderzoek, maar daar is niks concreets uitgekomen. We blijven hier kritisch over en vinden dat de jongerenwerkers zo snel mogelijk fatsoenlijke ruimtes moeten hebben van waaruit ze samen met de jongeren activiteiten kunnen ontplooien. 

Op onderwijsgebied hebben we ons de laatste jaren gelukkig kunnen laten gelden. In een periode waarin bezuinigingen nodig waren, probeerden we ervoor te zorgen dat het onderwijs buiten schot bleef. Onder andere de weekendschool en de voor- en vroegschoolse opvang zijn daar voorbeelden van, maar ook kan stichting Bram, die goed werk doet voor kinderen met een autisme-diagnose, haar werk uitbreiden. Ook brachten we het campusmodel voor het middelbaar onderwijs in, wat na veel overleg heeft geresulteerd in het prachtige ontwerp dat er nu ligt.

Een ander, blijvend aandachtspunt is natuurlijk de jeugdzorg. We moeten de komende jaren hetzelfde, of meer, gaan doen, voor minder geld. Dat is een enorme opgave en daar moeten we klaar voor zijn, want opgroeien met jeugdzorg is niet de start die we onze inwoners willen meegeven. Waar we de afgelopen jaren in elk geval aandacht voor hebben gevraagd is een soepele overgang van de jeugdzorg naar de reguliere vormen van zorg, als iemand 18 wordt. 

Maar dat is natuurlijk nog niet genoeg. Gelukkig gebeuren er al veel goede dingen, maar we zien ook dat er nog teveel vanuit procedures, regels, diagnoses en theorie gebeurt, en niet altijd voldoende naar de wensen en mogelijkheden van de jongere wordt gekeken. Dat willen we gaan aanmoedigen. Daar hoort bij dat de jeugd- en gezinsteams over de wijkgrenzen heen kijken, net als de jongeren dat zelf doen. Korte lijnen met scholen en jongerenwerkers zijn vanzelfsprekend. 

Verder gaan we onze energie inzetten op een goede basis voor kinderen: goed taalonderwijs, een fijne voorschoolse opvang, een veilig thuis, en kunnen spelen in de buurt. En het allerbelangrijkste: we willen de jongeren zelf laten (mee)beslissen over allerlei onderwerpen, zodat hun invloed groter wordt.