Slotwoord na 12 jaar raadsbetrokkenheid…
29 maart 2022
Een jaar of twaalf geleden vroeg Lucia Kreuger, fractievoorzitter van GroenLinks, mij af en toe bij de raadsfractie te komen zitten. Ze wilde mijn overheidservaring benutten om de onervaren fractie wat te coachen. Detail: een van de fractieleden was een nog heel jonge, rustige, rossige wat secundair reagerende figuur. Die bleek niet veel coaching nodig te hebben en volgt mij nu weer op. Om alles goed te kunnen volgen leek handig dat ik fractie-assistent zou worden. Zo geschiedde.
Vier jaar later vroeg de partij of ik de politieke kar wilde gaan trekken. Ik twijfelde. “Doen”, zei Arja, mijn vrouw, “Laat zien hoe je effectief kunt besturen”. Na ook nog een bezoekje aan Theo Verlaan, mijn politieke mentor, besloot ik ja te zeggen. Theo zou mij op de achtergrond met raad en daad bij gaan staan. Het mocht niet zo zijn. Kort na de verkiezingen overleed hij aan een uiterst progressieve vorm van ALS. Ik mocht te zijner nagedachtenis wel met anderen aan de wieg staan van een van die hele mooie initiatieven in de stad, de fietsbank, die inmiddels 1000 fietsen heeft uitgereikt aan vooral kinderen die dat nodig hebben.
Om de kloof tussen kiezer en gekozene te verkleinen introduceerden we tijdens de verkiezingscampagne de wisselwinkel, een centrale plek in de stad waar we onze boodschap letterlijk zichtbaar maakten en ruimte gaven aan collega’s van andere partijen. Het is goed om te zien dat er nu breder draagvlak ontstaat voor zoiets. Ik zou zeggen: zet het in verkiezingstijd gestarte initiatief van de huiskamer voor de lokale democratie voort!
Twee, totaal verschillende, raadsperiodes mocht ik fractievoorzitter van GroenLinks zijn. Het college-akkoord 2014 – 2018 noemde ik, niet tot ieders genoegen, een akkoord van “de mannen van voorbij”. Het was een periode van klassieke dualistische politiek. Coalitie – oppositie scherp afgebakend. Een wethouder Financiën waar de ergernis van afdroop toen de oppositie besloot tegen zijn begroting te stemmen, omdat toegezegde samenwerking door het college stelselmatig geblokkeerd werd. Het overkwam hem niet nogmaals: de redelijk stevige wethouders gingen snappen dat je het met alleen coalitie-afspraken niet red. Als GroenLinks fractie konden we een behoorlijk resultaat halen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Met de PvdA samen initieerden we vernieuwing van participatie onder het motto “de gemeente doet mee” en bedachten we de “buitenraad”, bedoeld om de samenleving in te gaan en daar onderwerpen op te halen. Ik vind heel jammer dat dit langzamerhand een ondergeschoven kindje is geworden en de doelstelling uit zicht is verdwenen. Pak het weer op, nieuwe raad, zou ik zeggen.
Over de afgelopen raadsperiode is overal al heel veel gezegd. Ik ben trots op de vele prachtige resultaten waar aan we met onze fractie hebben bijgedragen. Ik noem ons profiel van “de hoofdstad van de nieuwe natuur”, het veel centraler stellen van de lokale woningbehoefte in de nieuwbouwprogrammering, extra geld voor jeugdzorg en WMO, een goede toekomst voor Corneel, een volwassen skatevoorziening, steun voor verschillende creatieve burgerinitiatieven etc.
De versnippering in de raad sloeg definitief toe. De bestuurlijke kwaliteit werd er niet bepaald beter op. De afstand tussen ambtelijk apparaat en de gemeenteraad groeide in mijn beleving enorm. De toon van het debat werd harder, te vaak op de persoon en minder op de bal gericht. En de ongeschreven regels van de lokale democratie bleken er opeens nauwelijks meer toe te doen. Die sfeer en cultuur staat mijlen ver van mij af. Verder ben ik mij bewust dat iedere politicus in zijn/haar/hen functie een beperkte houdbaarheidsdatum heeft. Bovendien staat een jongere generatie vanuit GroenLinks klaar om het werk vol energie te gaan doen. Het besluit om te stoppen met het raadswerk voelt voor mij dan ook logisch.
Inmiddels ben ik wat positiever over de toekomst van de Lelystadse gemeenteraad. Het laatste jaar ontwikkelden we op belangrijke thema’s goede samenwerking. Belangrijk is dat het initiatief daartoe vanuit verschillende partijen ontstond: de PvdA bijvoorbeeld rond de begroting, de VVD rond de Woonvisie, GroenLinks rond het oorlogsmonument. Zo ontstonden breed gedragen besluiten. Ik hoop dat de nieuwe raad die benadering voort zet. Dat biedt mooie kansen.
Goed is ook dat mijn oproep bij Omroep Flevoland, n.a.v. enkele gesprekken met collega raadsleden, mede leidt tot een andere insteek voor afspraken in de komende raadsperiode. Hoofdpunten daarin: een raadsakkoord op basis van een brede meerderheid, dan eerst wethouders-portefeuilles vaststellen en ten slotte meer vak- en competentiegericht kijken naar de invulling door kandidaten. Het vraagt moed om zo aan de slag te gaan. De drie grootste partijen VVD, JongLelystad en GroenLinks tonen die moed in ieder geval. De kunst is om het herkenbare geluid van de afzonderlijke partijen vol overtuiging te blijven uitdragen in combinatie met een maximale inzet om samen tot zaken te komen. Het een kan niet zonder het ander. Ik hoop van harte dat het slaagt, want deze stad verdient een aanmerkelijk beter bestuur dan het de afgelopen jaren heeft gehad en dit lijkt mij de aangewezen weg daartoe te komen.
Ik dank de collega’s, het college, de griffie, ambtenaren en vooral ook al die mensen in de stad die ons scherp houden voor de samenwerking en het geduld met mijn af en toe wat vasthoudende opstelling in de afgelopen periode. De nieuwe raad staat voor grote uitdagingen: woningbouw, energietransitie, klimaat, jeugdzorg. Ik wens hen vooral een groot nieuw elan toe om Lelystad kwalitatief en kwantitatief tot “next level” te brengen.