Dinsdagavond 17 september vond in de raadszaal een hoorzitting plaats over het Stadshart, op initiatief van GroenLinks. Fractievoorzitter Sjaak Kruis kijkt terug op een nuttige avond, die zeker inspiratie biedt tot concrete acties.
In het voorjaar nam de GroenLinks - fractie het initiatief voor een hoorzitting over het Lelystadse stadscentrum. De gemeenteraad nam dat over en samen met Dennis Grimbergen (VVD), Henk Schraa (CU), Emiel v.d. Herberg (PvdA) en griffiemedewerkers mocht ik die organiseren. Terwijl het land zich op 17 september druk maakte over de baard van de koning en de winst van Ajax spraken wij, raadsleden, in een goed bezette raadszaal met betrokkenen over vastgoed, winkelen, bereikbaarheid, veiligheid, levendigheid, horeca en wonen in het stadscentrum. Het werd een boeiende avond. Wat viel op?
Allereerst dat het voor zowel raad als deelnemers spannend was. “Het is geen examen, of verhoor”, probeerde plv. voorzitter van de raad Emiel v.d. Herberg dat te relativeren. Een deelnemer die vaak grote groepen mensen toespreekt vertrouwde mij toe dat zij “knap zenuwachtig” was geweest. Het vraag- en antwoordspel had natuurlijk vooral tot doel de problematiek van het stadscentrum helder te krijgen en welk perspectief zij daarvoor vanuit hun betrokkenheid zien. Jammer was dat enkele belangrijke betrokken partijen zich niet aanmeldden. We kunnen hen natuurlijk niet dwingen. Maar degenen die er wel waren leverden een waardevolle inbreng, op al die verschillende thema’s.
Samenwerken
Vastgoedeigenaren en –beheerders snappen heel goed dat het winkelgebied compacter moet. En ook dat dat voor hun bezit consequenties zal hebben. Opvallend was de bereidheid die zij toonden om samen tot oplossingen te komen. Wonen speelt daar een belangrijke rol in. “Zorg dan wel voor voldoende variatie, verschillende prijsklassen en doelgroepen”, hield een huurdersvertegenwoordiger hen voor. En heb oog voor de spanning die kan ontstaan tussen wonen en uitgaan”. “Bij die samenwerking hebben wij de gemeente hard nodig”, stelden de vastgoedeigenaren. Ik stel vast dat dat gezamenlijke gesprek blijkbaar nu nog niet plaats vindt. Zullen we dat dan niet eens snel organiseren?
Een opvallende oproep kwam ook van de stations manager van NS. Met veel energie werkt hij aan een aantrekkelijk station, goede voorzieningen en een schone, veilige omgeving. Tegelijkertijd wordt er nagedacht over de hele stationsomgeving, het (fiets- en gemotoriseerd) parkeren, het verhoudingsgewijs grote aantal P&R – auto halers en brengers, etc. “Denk niet te klein” hield hij ons voor. NS zal zich volop mee inzetten voor een ingrijpender totale benadering van het gebied. Ten stadhuize wordt daar blijkbaar nog over getwijfeld. Maar deze oproep is ons uit het hart gegrepen. Evenals de inbreng vanuit fietsersbond en milieudefensie om fietsers goed te faciliteren om ook in het centrum tot dicht bij de winkels te kunnen parkeren. “Fietsers zijn, zo blijkt uit landelijk onderzoek, de belangrijkste besteders in winkelcentra” zo hielden zij ons voor.
Winkeliers wezen op het imagoprobleem van Lelystad. Zij denken dat een “trots op” – campagne gericht op de inwoners zal helpen. Wij vonden mooi dat zij daarbij een link leggen met het de door de raad vastgestelde profiel: hoofdstad van de nieuwe natuur, kuststad en logistieke hub. Er ontstond een leuke uitwisseling tussen winkeliers en onderwijs: “maak van de Neringpassage een innovatiestraat” vond ik een waardevolle suggestie. Wat zou het prachtig zijn als we daar (of elders en in het centrum) herkenbaar ruimte kunnen bieden aan startende vernieuwende ondernemers, onderwijs – ROC - projecten stadmakers, kunstenaars en ambachtelijke ontdekkers.
Levendigheid, horeca en jongeren
In het blokje over levendigheid en horeca stonden, tot ons genoegen, vooral de jongeren centraal. “Jongeren wonen weer wat langer thuis, bijvoorbeeld vanwege studiefinanciering. Maak daar gebruik van. Benut de aanwezigheid van die groep 17 – 19 jarigen” werd bepleit vanuit de culturele instellingen. “Jongeren hebben ideeën genoeg”, zo stelden betrokkenen die dat echt kunnen weten vast. “Af en toe wordt zo’n idee gehonoreerd, zoals de zaterdagmiddag met bandjes tijdens Lelystart vorig jaar, maar het blijft dan iets eenmaligs. Waarom wordt daar niet op voort geborduurd?” vroegen zij zich terecht af. Rond Urban Village, dat nu een tijdelijke plek heeft, ontstaat een nieuwe kans. “Faciliteer als gemeente jongere starters,” was het pleidooi uit die hoek. Als voorbeeld noemden zij de jongeren die veelbelovend bezig zijn met fashion. Dat is natuurlijk prima onder te brengen in een innovatiestraat.
Rol van de gemeente
“Faciliteer de doeners” was een hartekreet die bij het onderwerp wonen geuit werd. Spreker had waardevolle concrete suggesties hoe de gemeente dat (beter) zou kunnen doen. Ik stel vast dat de gemeente Lelystad daar in ieder geval nog te weinig op ingericht is. En veel van de suggesties die deze avond werden gedaan gaan ook niet eens over geld, een lastig punt in deze tijden van bezuinigingen. De goede houding, echte gelijkwaardige samenwerking, breed ontwikkeld partnerschap, bereidheid initiatieven van anderen serieus te nemen, voortborduren op waardevolle eenmalige initiatieven, een bij de 21e eeuw passende visie op de centrumontwikkeling blijken minstens zo belangrijk te zijn.
Het lijken misschien open deuren, maar ik stel vast dat op die punten in Lelystad nog een wereld te winnen valt. Ik hoop dat deze hoorzitting een aanzet daartoe was.