Het Lelystadse coalitieprogramma 2014-2018, dat op 13 mei aan de orde komt bij de installatie van het nieuwe Lelystadse college, heeft drie gezichten: 1. Het eerste gezicht sluit nauw aan bij “De gemeente doet mee” uit januari 2014. De raad sprak toen op initiatief van GroenLinks en PvdA uit volgens welke principes zij de verhouding tussen gemeente, bewoners en instellingen in de stad wil moderniseren. 2. Het tweede gezicht is dat van de rigide financiële paragraaf, rechtstreeks uit de (niet altijd aangehouden) praktijk van de afgelopen periode, maar niet anticiperend op een veranderende toekomst. 3. Het derde gezicht is dat van een summiere opsomming van actiepunten, grotendeels ook al bekend vanuit eerdere besluitvorming (zoals die over de kadernota’s in de zorg) en slechts incidenteel een aanscherping daarvan (zoals de duurzaamheidsdoelstelling). “Lelystad transformeert!” is de titel van het programma, maar is dat wel echt zo? De richting waarin ontbreekt, of is op z’n best geen samenhangend geheel.

Net als het college in dit coalitieprogramma doet, verkent ook de raad zelf al de mogelijkheden om concreet verder vorm te geven aan “De gemeente doet mee”. Toch ervaart GroenLinks bij het lezen van de college-inzet enig ongemak. Het is goed dat het college een open gesprek voor staat met raad en stad. Maar het coalitie-akkoord zelf geeft weinig voeding voor dat gesprek. Een samenhangende visie op de stad op het hoogste abstractieniveau ontbreekt. Wat voor stad wil je zijn, waar blijkt dat uit en hoe ga je dat aanpakken? Antwoorden op deze vragen heeft GroenLinks niet kunnen vinden.

Toch zijn er wel aanknopingspunten: “We zetten stappen om Lelystad bekend te laten staan als stad met een duurzaam profiel, kansrijk voor wat betreft ondernemerschap en innovatie” is GroenLinks uit het hart gegrepen. Maar gedachten over hoe dat groene karakter te combineren met moderne werkgelegenheid en de zich snel ontwikkelende circulaire economie ontbreken volledig. “We hebben qua groei van het aantal inwoners een realistische verwachting”  (Het zou wonderlijk zijn als dat anders was!). Maar we missen wat dat voor de ruimtelijke structuur van de stad betekent en welke middelen kunnen worden ingezet om te voorkomen dat de stad een gatenkaas wordt, zeker ook als de economische ontwikkeling zo zeer koerst op traditionele bedrijvigheid aan de buitenkant van de stad. Natuur en landschap worden vooral gezien als aanleiding voor recreatie en toerisme. Niets is te vinden over de verdere ontwikkeling en kwaliteitsborging ervan. In het sociale domein worden goede woorden gesproken over “eigen kracht”, “vangnet” en “ruimte voor maatwerk”. Maar we missen een aanduiding van de eigen rol van de actief participerende gemeente op dit terrein.[1]

Het gaat er bij GroenLinks niet om dat de visie wet en evangelie is voor het nieuwe college en de nieuwe raad. Een visie is ons inziens een noodzakelijke stap om het gesprek met elkaar op een goede manier te voeren en van de juiste ambitie te voorzien.

De financiële uitgangspunten van het akkoord staan in contrast met de daaraan vooraf gaande paragrafen. Het buitengewoon traditionele “afsprakenkader”  zal de benodigde verandering eerder belemmeren dan stimuleren. De programmatische invulling sluit eerder aan op die financiële terughoudendheid dan op de werkelijk benodigde transformatie. Helaas biedt ook de teleurstellend klassieke wijze waarop de formatie plaats vond nog niet het benodigde vertrouwen op werkelijke verandering. Zelfs aan de twee (minimale) toezeggingen aan de raad, nl. een tussentijds openbaar moment in de formatie en het betrekken van niet-coalitiepartijen bij onderwerpen tijdens de opstelling van het programma werd uiteindelijk geen gevolg gegeven. Onze GroenLinks – collega’s in Amsterdam laten, met D66 daar, zien hoe je zoiets ook kunt doen.

GroenLinks is benieuwd naar het debat over deze lokale regeringsverklaring. We zullen met concrete voorstellen voor aanvullingen en wijzigingen komen. Dan zal moeten blijken hoe mooie woorden, financiële kaders en ruimte voor raad en stad zich echt tot elkaar verhouden. Wordt het nog ongemeend boeiend de komende vier jaar.

 

 

[1] Zie bv: http://actiefburgerschap.files.wordpress.com/2014/05/afscheidsrede-uva-evelien-tonkens.pdf