Zo nu en dan wordt er geklaagd over fietsen in het stadshart. Overal geparkeerde fietsen maken een rommelige indruk en fietsers kunnen het winkelend publiek hinderen.
GroenLinks ziet deze bezwaren ook, maar meent dat er betere oplossingen mogelijk zijn dan het kort geleden geopperde algehele fietsverbod als burgerinitiatief van Frans Loos. GroenLinks wilde de toegezegde ‘strategische fietsnota’ van het college afwachten. Maar die blijft maar uit. Frans Loos, en Kees Bakker in zijn column in de Flevopost afgelopen woensdag, geven aan hoe belangrijk het is dat die verschijnt. Nu het college op zich laat wachten, kan GroenLinks Lelystad het niet laten om haar opvatting daarover vast te geven.
Een paar feiten:
· De meeste fietsers komen naar het centrum om geld uit te geven. Ze zorgen voor een belangrijk deel van omzet van de winkeliers. (Een fietsverbod zou wel eens een afvloeiende werking kunnen hebben naar andere centra.)
· Dankzij de vele mensen die op de fiets komen, is het aantal straatparkeerplaatsen voor auto’s nog voldoende en is de Groene Carré nog net niet helemaal dichtgeslibd. Buiten het stadshart zijn prima fietspaden. De gemeente zou dus het gebruik van de fiets naar het centrum moeten stimuleren (ook goed voor milieu en gezondheid.)
· Het stadshart heeft een grote oppervlakte. Van Agora naar Muntstraat is het al ruim 700 meter. Dit is wel veel om er een volledig fietsvrij gebied van te maken.
· Een fiets heeft doorgaans geen afsluitbare kofferbak waardoor het voor langere tijd achterlaten van gedane boodschappen in fietstassen niet handig is. Veel fietsers parkeren daarom graag dicht bij de winkel waar ze naar binnen willen. Anderen zetten liever hun kostbare (elektrische)fiets in een beveiligde stalling.
· Er is een groep mensen (ouderen bijv.) voor wie het dragen van veel boodschappen bezwaarlijk is en er is een groep mensen die makkelijker fietst dan loopt maar nog niet aan de scootmobiel toe is.
· Een deel van de fietsers doorkruist het stadshart simpelweg omdat ze naar de andere kant van de stad willen. Bijvoorbeeld het NS station, ROC, Arcus of achterliggende woonwijken. Die willen slechts de kortste route door het centrum.
· In het verleden was er een hoge route dwars door het centrum. Bij de sloop daarvan is er een fietsroute dwars door het centrum opgenomen in het bestemmingsplan. Door de bouw van de Promesse is deze route verdwenen en nooit meer hersteld.
· Fietsers zijn zelfregulerend. Op drukke tijden wordt er weinig in de winkelstraten gefietst. Op rustige tijden veelvuldig.
· Een fietsverbod hindert vooral de ‘brave’ fietser terwijl de fietser die nu voor de meeste overlast zorgt zich waarschijnlijk weinig zal aantrekken van een dergelijk verbod. Het zal lastig en kostbaar zijn om een algeheel fietsverbod te handhaven.
Een paar oplossingen:
In de bredere winkelstraten en op de pleinen kan met een duidelijke bestrating aangegeven worden waar gefietst mag worden. Dit zou bijvoorbeeld kunnen met anders gekleurde bestrating en een licht hoogteverschil van een paar cm. Voor alle gebruikers is het dan duidelijk waar wel en waar niet gefietst mag worden. Voetgangers weten dan waar ze fietsers tegen kunnen komen.
Verspreid over het hele stadshart moeten voldoende fietsenrekken zijn van betere kwaliteit. Zeker bij belangrijke bestemmingen zoals supermarkten, bibliotheek, stadhuisplein, Promesse en station. Netjes neergezette fietsen verbeteren het straatbeeld. Daarnaast moeten er op enkele plekken bewaakte fietsenstallingen zijn, zonder onmogelijk steile hellingbanen, zoals nu het geval is.
Ook het herstel van een snelle oost-west fietsroute tussen Archipel en station is belangrijk. En verbetering van de bochtige route van de Kubus via parkeergarage naar station. GroenLinks vindt dat het college snel met een integraal fietsplan voor het stadshart moet komen!
Lucia Kreuger