Op basis van deze notitie hebben we een motie ingediend.
Aanleiding
De laatste jaren heeft in stad en gemeenteraad de nodige discussie plaatsgevonden over de beschermwaardigheid van gebouwen en gebieden. Het eerste (slecht afgelopen) voorbeeld daarvan was de Waterwijzer. Daarna volgden o.a. discussies over het Smedinghuis (i.r.t. ontwikkelingen bij RWS en in het Lelycentre), de SGL (n.a.v. het ontstaan van Porteum) en invullingen op het werkeiland Lelystad Haven (mede nav. de beperkte beschermde status van dat gebied). Discussie over het ziekenhuis zien we inmiddels aan komen. Ondertussen gebeurde er ook iets goed op dit vlak: de Kubus werd (volkomen terecht) aangewezen als gemeentelijk monument. Het is voor ons aanleiding om eens wat dieper in deze materie te duiken en te bezien hoe Lelystad in de toekomst op een goede manier met haar gebouwde verleden om kan gaan.
Bestaand beleid[1]
Het erfgoedbeleid is vastgelegd op 1 A4-tje in de Beleidsvisie Cultuur 2017 – 2020. Dit is in grote lijnen een voortzetting van de daarvoor al jaren geldende beleidsnota. “Behoud door ontwikkeling” is de door de raad al in 2008 gekozen lijn. Eigenlijk zegt dit niet zo veel meer dan dat erfgoed geen statische aangelegenheid is, maar met respect voor het verleden in de loop van de tijd kan veranderen. De beleidsmaatregelen betreffen de mogelijkheid van aanwijzing van gemeentelijke monumenten, de erfgoedverordening en erfgoedcommissie (sinds 2009 wettelijk vereist) en zeer beperkte projectsubsidies voor bv het organiseren van de Open Monumentendag (minder dan 1% van het subsidiebudget voor cultuur). Sindsdien zijn zegge en schrijven twee monumenten aangewezen: delen van het werkeiland Lelystad – Haven en, onlangs, de Kubus. N.a.v. een verzoek van het Cuypersgenootschap wordt er “gekeken of ook voor andere panden de aanwijzingsprocedure moet worden gevolgd”.
De erfgoedcommissie heeft over beide (nu) gemeentelijke monumenten adviezen uitgebracht en daarnaast ook over de dienstwoningen viskwekerij, het ziekenhuis en onlangs over het voornemen van een appartementencomplex op het werkeiland. Waardebepalingen zijn gemaakt voor de SGL en de straalverbindingstoren. Bij een waardebepaling kijkt de commissie niet alleen naar de stedenbouwkundig/architectonische waarde van een gebouw of locatie, maar ook naar de maatschappelijke betekenis er van.
Bij de behandeling van de plannen voor het Lelycentre hebben wij voorgesteld en heeft het college toegezegd om voor het Smedinghuis (en omgeving) op z’n minst ook een waardebepaling uit te voeren. Die komen wij in de stukken nu niet tegen.
Het bestaand beleid gewogen
“Behoud door ontwikkeling” is een inmiddels veelvuldig gebruikte manier om met monumenten om te gaan (vgl. bv. boekhandel Waanders in de Broerekerk in Zwolle). Het is een beleidslijn die iets zegt over hoe met een bestaande monument om te gaan, maar niets over de vraag hoe te bepalen of een locatie of gebouw beschermwaardig is. De beleidsvisie Cultuur biedt daar ook geen enkel aanknopingspunt voor. De erfgoedverordening is een puur procesmatig document, op grond waarvan de erfgoedcommissie haar werk kan doen, maar (niet onlogisch) ook zonder inhoudelijke richting. Overigens is hier archeologie ook in opgenomen. Er liggen een aantal adviezen en waardebepalingen van de erfgoedcommissie, maar voor een belangrijk deel is onduidelijk welk gevolg daaraan wordt gegeven.
Kortom: het ontbreekt Lelystad aan een inhoudelijk kader op grond waarvan richting gegeven kan worden aan toekomstige vraagstukken van beschermwaardigheid van locaties en/of gebouwen. En schrijnend genoeg: Lelystad is zelfs in deze nieuwe provincie de enige gemeente die zo’n kader niet heeft.
Een stapsgewijze benadering
Om ergens te beginnen heeft het Cuypersgenootschap al enige tijd geleden een top tien van in Lelystad beschermwaardige objecten opgesteld. Dat is mooi, maar wat ons betreft een te beperkte blik om beleidsmatig naar dit vraagstuk te kijken. Wij pleiten dan ook voor een andere benadering, waarbij in hoofdlijn de volgende stappen worden gezet:
- Het maken van een goede beschrijving van de stedenbouwkundige / landschappelijke / architectonische elementen die karakteristiek zijn voor Lelystad. Het gaat om gebouwen (bv SGL, stalen fiets-/voetgangersbruggen), maar ook om ensembles (bv Smedinghuis, oude politiebureau en verhoogde routes), stedenbouwkundige elementen (bv het gescheiden verkeerssysteem, CIAM – structuur met “pianowoningen” in Zuiderzee- en Atolwijk) en landschappelijke elementen (bv. stadspark). Dit hoeft niet erg ingewikkeld te zijn: er is heel veel literatuur beschikbaar die als basis kan dienen.
- Ontwikkelen van (objectiveerbare) criteria en op grond daarvan selecteren van potentieel beschermwaardige elementen. Zo hoeven bv niet alle pianowoningen bewaard te blijven, maar een bepaald minimum aantal, of een vast te stellen aantal hofjes o.i.d. geeft voldoende flexibiliteit voor ontwikkeling en tegelijkertijd behoud van waardevol erfgoed. Ander voorbeeld: de stalen fietsbruggen zijn zeer karakteristiek, maar ook die hoeven natuurlijk niet allemaal bewaard te worden. Bij gebouwen ligt dat anders.
- Bepalen welke gebouwen / gebieden zodanig beschermwaardig zijn dat ze een gemeentelijk monumentenstatus verdienen. Dit wil nog niet zeggen dat dat dan meteen geregeld moet worden, maar zo hebben we in ieder geval zicht op wat we hebben en waar we met bijzondere aandacht mee om willen gaan. (Daarbij hoort ook de vraag of de huidige bescherming van delen van het werkeiland voldoende is of tot het hele gebied moet worden uitgebreid).
- Op grond van de beschikbare capaciteit / geld / mogelijkheden bepalen van een strategie per potentieel gemeentelijk monument. Dat kan zijn dat het proces om te komen tot aanwijzing wordt ingezet. Voor andere situaties kan wellicht bekeken worden in hoeverre het bestemmingsplan / welstandstoezicht vooralsnog een rol kan spelen, gekoppeld aan advisering door de erfgoedcommissie. Ook kan de link worden gelegd met voorgenomen ontwikkelingen en bestaande plannen van eigenaren.
- Vastleggen van het op deze wijze ontwikkelde beleid ter vaststelling door de raad.
Het proces
Van groot belang is dat dit beleid niet in het stadhuis achter enkele bureaus wordt ontwikkeld, maar in nauwe samenwerking met specialisten op dit gebied, zoals het Cuypersgenootschap, de bond Heemschut, het Historisch Centrum Flevoland en de Erfgoedcommissie. Daarnaast is net zo belangrijk dat geïnteresseerde bewoners worden betrokken. Er zijn in het verleden al acties geweest voor het behoud van bv de SGL en er zijn wandeltochten ontwikkeld om de eigenheid van de stad te illustreren. Een nauwe betrokkenheid van de samenleving bij het ontwikkelen van dit beleid voedt bovendien de binding met en de trots over Lelystad. Hierbij geldt dan ook zeker dat het proces net zo belangrijk is als de uitkomst. En het maakt de kaderstelling voor toekomstige ontwikkelingen rond in dit opzicht kwetsbare gebouwen of locaties logischer en acceptabeler. We vragen het college dan ook daar een goed proces voor te ontwerpen en ook de raad daarin steeds mee te nemen.
Sjaak Kruis, fractievoorzitter GroenLinks, 22 februari 2021
[1[ Archeologie valt buiten de (formele) scope van erfgoedbeleid. Lelystad kent op dat punt twee rijksmonumenten, te weten een scheepswrak in het IJsselmeer en een prehistorisch neolitisch landschap.
[1] Archeologie valt buiten de (formele) scope van erfgoedbeleid. Lelystad kent op dat punt twee rijksmonumenten, te weten een scheepswrak in het IJsselmeer en een prehistorisch neolitisch landschap.