De kiezer heeft voor 14 partijen gekozen, verdeeld over 37 zetels, waarbij de grootste partij 5 zetels heeft, nog geen 14 procent van het totaal. Één ding is duidelijk: de Lelystadse kiezer heeft geen duidelijke voorkeur uitgesproken. Rechts, links, conservatief, progressief, landelijk, lokaal; er is geen stroming die eruit springt. Wat ons betreft betekent dat iets voor de manier van besturen in de komende jaren.
Natuurlijk mogen wij, GroenLinks, blij zijn met onze eigen verkiezingsuitslag. Een zetel erbij, van 2 naar 3. Procentueel wat gestegen en de 3e partij van de stad. Onze positieve campagne, waar niet het zwartmaken van andere partijen maar het vertellen van onze eigen visie centraal stond heeft daar volgens ons aan bijgedragen.
Ook ben ik heel blij met de fractie waar ik de komende jaren mee mag samenwerken. Met Iris en Judith heb ik 2 uitstekende raadsleden naast me zitten en we zijn erg tevreden met Peter, Anne en Robert Jan die de fractie komen ondersteunen. Met deze groep heb ik er veel vertrouwen in dat we invloed kunnen hebben op de urgente problemen waar we tegenaan lopen. Want klimaatverandering, de groeiende ongelijkheid, armoedeproblematiek en de achteruitgang van de natuur gaan helaas nog steeds door.
Ons overheerst toch een vervelend gevoel na de verkiezingen. En dat heeft alles te maken met de opkomst. Slechts 40 procent van onze inwoners heeft een geldige stem uitgebracht. Dat betekent dat deze raad zich gesteund voelt door minder dan de helft van onze inwoners. Daar maken we ons grote zorgen over. Hoe het komt? Daar kunnen we alleen maar naar raden. Landelijke en lokale oorzaken vragen om nader onderzoek. Natuurlijk is het gemakkelijk om naar buiten te wijzen: Oekraïne, corona, de landelijke formatie. Maar de opkomst in Lelystad is fors lager dan gemiddeld in Nederland. Ik denk dat we dus vooral naar onszelf moeten kijken. Laten we allemaal in die spiegel kijken. Ruziënde colleges, wethouders die opstappen, raadsleden die wisselen van partij. Het draagt allemaal niet bij aan het vertrouwen in de politiek. Ik zou het graag achter ons willen laten. Laten we ons bewust zijn van onze voorbeeldrol voor de stad.
Deze stad verdient een stabiel en degelijk bestuur, met een nieuwe cultuur. Wij willen graag een raad die goede inhoudelijke debatten voert. Scherp waar het moet, maar altijd met respect. Wij willen geen dichtgesmeerd coalitieakkoord, met wollige teksten waar niemand helemaal tevreden mee is, wat we dan een compromis noemen. We willen dat raad en college elkaar versterken, in plaats tegenover elkaar staan. Zodat we samen uitvoering kunnen geven aan een raadsakkoord met concrete ambities. We willen dat alle partijen meedoen aan zo’n akkoord, dat doet immers het meest recht aan de verkiezingsuitslag, waarbij het uiteraard elke partij vrij staat om de voor hun belangrijke punten in de raadszaal in te brengen. Kortom, leg vast waar je het over eens bent, en ga gewoon een gesprek aan waar je het niet over eens bent. Zoals het dualisme in de democratie bedoeld is. Over het proces om daar te komen heeft college Grimbergen zojuist ook namens ons een motie ingediend.